Zonder volwaardige regering lijkt de kans groot dat het Gewest straks een ratingverlaging moet slikken. Wat zijn de mogelijke gevolgen? “Wie weet is dat het duwtje dat sommigen nodig hebben om een regering te vormen.”

© Belga
| Van rechts naar links: minister van Begroting Sven Gatz (Open VLD), minister-president Rudi Vervoort (PS) en ministers Alain Maron (Ecolo) en Bernard Clerfayt (Défi).
Hoe kredietwaardig is Brussel? Als de rating daalt, stijgt de druk
Dat de financiële situatie van het Brussels Gewest slecht is, hoeft geen betoog. De cijfers spreken voor zich: de schuldenberg is met ruim 15 miljard euro torenhoog. En het begrotingstekort van 1,6 miljard euro (op een totale begroting van minder dan 8 miljard) bedraagt maar liefst 20 procent.
Alsof dat nog niet genoeg is, komt er straks een ratingevaluatie van het Gewest: het gespecialiseerde agentschap Standard & Poor’s oordeelt de komende weken hoe kredietwaardig Brussel nog is. Verschillende sleutelspelers verwachten dat er op 13 juni opnieuw een ratingverlaging aankomt van A+ naar A. Die categorie staat voor ‘Sterk vermogen om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Enige gevoeligheid voor de nadelige gevolgen van veranderingen in de economische omstandigheden’. Open VLD-kopman Frédéric De Gucht noemde die verlaging vorige week nog waarschijnlijk en ook zijn partijgenoot en minister van begroting Sven Gatz waarschuwde er al voor.
Maar waarom is zo’n rating een risico? En wat zijn de concrete gevolgen als het zover komt? “Het eerste gevolg is dat het duurder wordt om nieuw geld te lenen,” legt experte overheidsfinanciën Magali Verdonck (ULB) uit. “Aangezien het Gewest minder kredietwaardig wordt, loopt de investeerder in principe een groter risico dat het geleende geld niet wordt terugbetaald. Zelfs investeerders die helemaal niet geloven dat er zo’n risico is, zullen niet neen zeggen tegen hogere interesten.”
Netto betaalde het Brussels Gewest vorig jaar 230 miljoen euro aan interesten, een bedrag dat met een lagere rating nog zal stijgen.
Die kosten om interesten terug te betalen zijn vandaag al aanzienlijk. Het Gewest betaalde vorig jaar 330 miljoen euro aan intresten en ontving zelf 100 miljoen euro aan rente-inkomsten, wat neerkomt op een netto rentelast van 230 miljoen euro.
Van profvoetbal naar amateursport
Daarnaast riskeert een deel van de investeerders ook af te haken als de rating onder een bepaald niveau zakt, menen experts. “Een van de gevaren is dat je met een gewone A-rating dichtbij een B-rating komt,” weet Herman Matthijs, professor overheidsfinanciën aan de VUB. “Op de internationale markten houden veel investeerders het dan voor gezien. Het is een beetje alsof je uit 1B degradeert naar het amateurvoetbal.” Zo ver zal het in juni wellicht nog niet komen. Na A komt immers ook nog A-. Drie categorieën omlaag donderen bij één ratingaanpassing is volgens het kabinet van Gatz erg ongebruikelijk.
Het risico dat investeerders afhaken is één van de redenen waarom Wallonië, dat vandaag al een A- -rating heeft bij het agentschap Moody's, begonnen is met groene obligaties, stipt Verdonck aan. “Het is een manier om financiers aan te trekken die het belangrijk vinden wat er precies met het geld gebeurt en die minder aandacht besteden aan de theoretische kredietwaardigheid van een overheid.”
Verdonck zegt ‘theoretisch’ omdat ze niet gelooft dat het Gewest ooit geen geld meer zal kunnen lenen. “Overheden gaan niet failliet. Wie hen geld leent weet dat die middelen vroeg of laat worden terugbetaald. Het scenario dat ze daardoor niet meer kunnen lenen is dan ook niet erg realistisch. Maar dat lenen duurder wordt is dan wél waarschijnlijk.”
"Met een gewone A-rating kom je dichtbij een B-rating. Op de internationale markten houden veel investeerders het dan voor gezien. Het is een beetje alsof je uit 1B degradeert naar het amateurvoetbal”
hoogleraar overheidsfinanciën

Duurder lenen betekent dat de financiële situatie van het Gewest nog sneller verslechtert dan ze vandaag al doet, waardoor de toekomstige Brusselse regering een steeds kleinere maneuvreerruimte krijgt. “Het wordt dan bijvoorbeeld waarschijnlijker dat het Gewest ook drastisch in de kosten moet gaan knippen,” analyseert Verdonck. “Dat kan op het vlak van personeel, maar ook bij immoprojecten of tunnelrenovaties kan je besparen. En als je geen metro bouwt, spaar je ook veel geld.”
Bedelen en belasting
Onder druk van een slechtere rating kan Brussel ook proberen om de inkomsten te verhogen. “Denk aan de verkeers- en grondbelasting of de opcentiemen op de personenbelasting,” zegt Matthijs. Riskeert Brussel dan niet een fiscale concurrentieslag met de buurgewesten uit te vechten? Matthijs: “Dat is een reëel risico.”
Matthijs houdt ook rekening met een scenario waarin Brussel bij andere gezagsniveaus moet gaan bedelen om geld. “Maar als Brussel bijvoorbeeld federaal om steun vraagt, zullen daar eisen tegenover staan: meer controle over Brusselse mobiliteitsprojecten of veiligheid bijvoorbeeld.” Het is een oude vrees van voormalig minister-president Charles Picqué (PS): dat Brussel door ondoordacht financieel beleid zijn lot uit handen geeft.
"In het beste geval geeft Standard & Poor’s ons nog een jaar respijt, maar voor 2026 en 2027 is de situatie nogal moeilijk"
Brussels minister van begroting

Dat de Brusselse rating straks daalt, is nog niet zeker. Brussels minister van begroting Sven Gatz klinkt sinds kort optimistischer en hoopt dat het Gewest toch nog even zijn huidige rating kan aanhouden. Op BX1 legde hij maandag nog uit dat de PS van Rudi Vervoort recent bijdraaide en bereid is om het begrotingstekort zoveel mogelijk te beperken in 2025, tot 1,2 miljard euro. Die ambitie wordt concreet gemaakt door het recent opgerichte comité voor de budgettaire voorzichtigheid’, waar ook de inspectie van financiën in zit.
Die ambitie geldt echter enkel voor dit jaar. “In het beste geval geeft Standard & Poor’s ons nog een jaar respijt, maar voor 2026 en 2027 is de situatie nogal moeilijk,” aldus Gatz.
Geen andere keuze
Magali Verdonck houdt rekening met nog een laatste potentieel gevolg van een ratingverlaging. “Misschien kan zo’n externe factor sommige partijen die nu al heel lang een veto hanteren - tegen de N-VA bijvoorbeeld - bewegen om van standpunt te veranderen. Bij Ecolo voel je bijvoorbeeld toch beweging. Het wordt dan makkelijker om te zeggen ‘We hebben echt geen andere keuze.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Politiek , rating , ratingverlaging , Sven Gatz , Magali Verdonck , Herman Matthijs , Standard & Poor's